Virtueel Museum Grimbergen

Straffen, radbraken
 


Radbraken

Radbraken of breken op een rad was een middeleeuwse manier om de doodstraf te voltrekken. De straf gold als bijzonder oneervol (het was een onterende straf) en was bedoeld voor de allerzwaarste misdadigers. De verminkingen waren bedoeld om opstanding te verhinderen.

Radbraken in de Middeleeuwen

De veroordeelde werd op een houten wiel (rad) gebonden. Met een ijzeren staaf werd
vervolgens op de ledematen geslagen totdat alle botten hierin versplinterd waren. Als alle ledematen kapot geslagen waren, kon een genadeslag op de hartstreek worden gegeven, waardoor de veroordeelde stierf. Dit was doorgaans de negende slag. De genadeslag volgde lang niet altijd. Ook kon de veroordeelde tot slot worden onthoofd, of min of meer levend worden achtergelaten waarna pijn, bloedverlies, dorst en vogels de rest deden.

Een andere methode was om de ledematen van de veroordeelde aan latten vast te binden, of op een balk met V uiteinden. De veroordeelde kreeg de "9 slagen" waarna deze ledematen gebroken werden door er met een ijzeren staaf of hamer op te slaan. Eerst sloeg de beul achtereenvolgens op de onderarmen, bovenarmen, scheenbenen en ten slotte de dijbenen. Dat waren de "8 slagen". Als de ledematen kapotgeslagen waren, werd het lichaam door de spaken van een rad gevlochten. Het rad met de misdadiger werd vervolgens opgehangen of in zee geworpen. Ook hier geldt dat de genadeslag soms wel en soms niet volgde. Als de negende slag toch kwam, was dat op de borstkas ter hoogte van zijn hart. Dat was de uiteindelijke genadeklap. Soms gebruikt men deze uitdrukking nog als men iets ergs meemaakt. Dan zegt men: "het was net als een slag op mijn hart".

Het kwam ook voor dat op het rad het lichaam van een al gedode misdadiger werd gebonden om vervolgens kapotgeslagen te worden. Dit gebeurde om het lichaam van de misdadiger zo veel mogelijk te onteren. Gewoonlijk werd het stoffelijk overschot na de terechtstelling met rad en al op een hoge staak aan de rand van het rechtsgebied op het galgenveld 'tentoongesteld' als waarschuwing aan een ieder die eventueel kwaad in de zin had.

Nog in de negentiende eeuw werd het radbraken uitgevoerd in het Koninkrijk Holland van Napoleon.

 


Radbraken