Virtueel Museum Grimbergen

Hof van Bentinck (Beigem)
 


Hof van Bentinck
Beigemsesteenweg 282, Beigem

Voormalig "Hof van Bentinck" of "Bentinckhoeve" sedert de tweede helft van de 20ste eeuw verkeerdelijk "kasteel ten Doorn" genoemd, naar het in 1914 vernielde kasteel dat iets meer ten zuiden circa 1894 werd opgetrokken door baron Julien Domis de Semerpont (zie straatinleiding). Het hof van Bentinck klimt in kern minstens op tot de eerste helft van de 17de eeuw (zie geveljaartal 1638) en werd grondig aangepast in de daarop volgende eeuwen.

Achterin gelegen landhuis met omringende tuin; ten oosten en zuiden begrensd door de Kasteelhofstraat en ten westen door het aanpalende "Domishof" (nr. 284). De oorspronkelijke hoofdingang is gelegen aan de Kasteelhofstraat: via het poortgebouw ten zuiden betreedt men de gekasseide binnenkoer met het landhuis ten noorden, een lage haakse dienstvleugel ten oosten, een omheiningsmuur ten zuiden die aan de westzijde doorloopt tot aan een dienstgebouwtje onder lessenaarsdak.

Oorspronkelijk tweede belangrijkste achterleen van het "Hof ten Doorn", 34 bunders groot (zie inleiding). In het begin van de 16de eeuw eigendom van de heren van Bijgaarden waarna het in 1517 werd vererfd aan A. Bentinck, hofmeester van hertogin Margaretha van Bourgondië. Het bleef in het bezit van de familie Bentinck tot 1591.

Tijdens godsdiensttroebelen op het einde van de 16de eeuw brandde het hof volledig af en werd het in 1603 als kasteeltje wederopgebouwd door Bartholomeus Schobbinger, stiefzoon van L. Bentinck.
Het Kaartboek van de gemeente (circa 1690) en van de abdij (1699), toont een L-vormig complex bestaande uit verschillende volumes onder leien zadeldaken en met toren(s). Het neerhof was ingeplant ten noordwesten van het domein.

Na herhaalde malen te zijn verkocht kwam het goed in 1775 in handen van Jean A. B. Domis de Semerpont (1727-1779), raadslid van Brabant. De familie liet het in de loop van de 19de eeuw verschillende malen aanpassen. Tussen het laatste kwart van de 18de eeuw (Ferrariskaart 1771-1778) en 1821 (Primitief kadasterplan) werd het kasteel uitgebreid met een rechthoekig dienstgebouw haaks op de zuidgevel. Het rechttrekken van de huidige Kasteelhofstraat (voormalige Moer- of Moorstraat), de aanleg van de toegangsweg naar het domein, het vergroten van het kasteel tot een rechthoekig volume, de afbakening van de binnenkoer en van de lusttuin werden in 1849 kadastraal opgetekend. Zeer waarschijnlijk dateert het poortgebouw eveneens uit die periode. Kort na de eeuwwisseling werd het neerhof afgebroken (opgetekend in het kadaster in 1903).

Circa 1905 kwam het via vererving in bezit van schoonzoon Etienne Joseph Cornet d'Elzius de Peissant (1870-1936) die het grondig verbouwde. Aanvankelijk bracht hij het gebouw terug in zijn oorspronkelijke L-vorm en werden noodzakelijke verbeteringen uitgevoerd (kadastrale legger 1908); enkele jaren later sprak men zelfs van een 'reconstruction partielle' (kadastrale legger 1912). Het toenmalige landhuis is gekend dankzij enkele postkaarten uit het begin van de 20ste eeuw: de neoclassicistische ingangspoort met aansluitend een omheiningsmuur geeft toegang tot het kasteel heropgebouwd in neotraditionele stijl met behoud van enkele oudere elementen in zandsteen zoals de sokkel, hoek- en negblokken, speklagen en hoekkettingen en toevoeging van nieuwe elementen zoals de decoratieve fries in witte baksteen en lelievormige muurankers. Het jaartal 1955 in de gevel verwijst vermoedelijk naar latere herstellingen.

Neoclassicistisch poortgebouw annex duiventil met aansluitende omheiningsmuur van circa 1849. Gedeeltelijk opgetrokken uit 18de-eeuws recuperatiemateriaal, zie de hardstenen poortomlijsting met gehalveerde schachten.
Poortgebouw op rechthoekige plattegrond onder leien zadeldak, nok haaks op de straat. Het geheel wordt bekroond door een gevelbreed driezijdig fronton met kwarthol geprofileerde lijst en oculus. De rondboogpoort is ingeschreven in een rechthoekige omlijsting geflankeerd door pilasters met trigliefen en dropmotieven en een kroonlijst; de gecementeerde zwikken zijn voorzien van schijnvoegen. Bewaard 19de-eeuws schrijnwerk met origineel hang- en sluitwerk.
Omheiningsmuur met muurvlakken van gecementeerde en roosgeschilderde baksteen op een afgeschuinde zandstenen sokkel geritmeerd door ingebouwde zandstenen pijlers bekroond door hardstenen siervazen. In de zuidwestelijke hoek zijn de bakstenen muurpanden vervangen door een ijzeren hek. Ten westen scheidt een eenvoudige bakstenen muur op een zandstenen plint en afgedekt met dakpannen het domein van het "Domishof".

Kasteeltje op L-vormige plattegrond opgetrokken in verschillende fasen (zie geveljaartal 1638, verbouwingen in 1849, 1905-1912, 1955) met het meest noordelijke volume als oudste. Dit volume verspringt lichtjes ten opzichte van hoofdvolume en vertoont op die plaats sporen van een gedicht kruiskozijn en een afwijkende dakhelling.
Het geheel omvat twee bouwlagen onder leien schilddaken met dakkapellen onder afgesnuite zadeldakjes. Zwaar verankerde, gecementeerde en roosgeschilderde lijstgevels met schijnvoegen, op een (deels afgeschuinde) zandstenen plint met behoud van de hoekkettingen (deels vernieuwd) en (gedichte) steigergaten. Rechthoekige beluikte vensters, doorgaans met zandstenen stijlen, doch vernieuwde dorpels.

De lijstgevel aan de binnenkoer vertoont een dubbelhuisopstand met een eenvoudige rechthoekige deur in een hardstenen entablementomlijsting uit de 19de eeuw. De noordelijke gevel wordt bekroond door een driehoekig fronton met oculus.

Haaks dienstgebouw van één bouwlaag onder zadeldak, bestaande uit een stalling en koetshuis. Gecementeerde en roosgeschilderde bakstenen lijstgevel onder fijn geprofileerd daklijstje. Het meest noordelijke gedeelte, de stalling, is nog vrij intact. De afgeschuinde zandstenen sokkel, muurankers, steigergaten, venster- en deuromlijsting met geprofileerde hoek- en negblokken zijn bewaard gebleven. Het aansluitend gedeelte werd verbouwd tot koetshuis door toevoeging van twee gerecupeerde 18de-eeuwse poortomlijstingen in blauwe hardsteen (cf. de kapitelen sluiten niet aan bij de daklijst).
De geprofileerde rondbogen worden geflankeerd door muurpilasters met eenvoudige kapitelen versierd met dropmotief.

Bron: Van Damme M. met medewerking van Debacker I. & Boekstal P. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Gemeente Grimbergen, Deelgemeenten Grimbergen, Beigem, Humbeek en Strombeek-Bever, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB4, (onuitgegeven werkdocumenten).
Auteur: Van Damme, Marjolijn
 


Hof van Bentinck

Hof van Bentinck

Hof van Bentinck vooraanzicht begin 20e eeuw

Hof van Bentinck oostelijke zijkant begin 20e eeuw