|
Maertens, Médard, °
Koolskamp 1875 †
Brussel 1946
Luministisch schilder, evoluerend naar het fauvisme. Decorateur.
Tekenopleiding aan de
Academies van Tielt en Roeselare en, tijdens zijn legerdienst, aan
de Academie van Antwerpen. Als schilder autodidact. Is gedurende
vier jaar actief als decoratieschilder in Oostende. Vestigt zich in
1899 in Sint-Lambrechts-Woluwe en ontmoet er o.m. Jan Cockx, Henri
Ramah, Albert-François Mathys en Ferdinand Schirren. Eerste
tentoonstelling in 1908 met Doe Stil Voort en debuteert er
met luministisch werk. Evolueert vanaf 1910 naar een persoonlijk
fauvisme met zware contouren en een somber koloriet. In 1912 sluit
hij zich aan bij de Brabantse Fauvisten.
Stelt tentoon met La
Libre Esthétique en Les Indépendants. Lid van L’Effort
(1913) , Le Sillon en van de Cercle des XV.
Oorlogsvrijwilliger tijdens WO I. Ontmoet aan het front Anne-Pierre
de Kat, Jos Verdegem en Pierre Paulus en wordt er in 1917 opgenomen
in de kring van de oorlogsschilders Section Artistique. Is
eveneens lid van Kunst aan den Ijzer (1916). Neemt deel aan
diverse tentoonstellingen achter het front en is aanwezig op de
Exposition des Peintres du Front Belge (Zwitserland, 1917). Huwt
in 1916 met Marthe Guillain, verpleegster aan het front. Vestigt
zich in 1920 in Parijs. Verblijft in Turkije (1929-1930) waar Marthe
Guillain tekenlessen geeft. Keert in 1932 naar België. Het
kunstenaarspaar gaat in 1935 uit elkaar. Retrospectieve in 1996 in
Beersel. Werk in de Musea van Antwerpen, Elsene en Oostende.
Bron: Biografisch lexicon plastische Kunst in
België, Greet & Wim Pas, De Gulden Roos vzw, 2000 (ISBN 90-76138-02-8) |
